In Brussel heeft de afgelopen veertig jaar een ware kaalslag plaatsgevonden. Het enige dat overgebleven is de markt en wat straatjes er omheen. De rest is vervangen door wolkenkrabbers. We kwamen er vroeger graag vanwege de restaurants in de beenhouwersstraat. Helaas is deze straat tegenwoordig volledig ten offer gevallen aan de 'slimme ondernemers', die ervan uitgaan, dat hun klanten toch niet terugkomen. Je ziet er nauwelijks meer Belgen eten. We hebben het elders in de stad geprobeerd. Er zijn wat redelijke restaurants. Echter daar moet je gewoonlijks reserveren en dat is vanuit Nederland wat moeilijk te realiseren...

Over de markt is geen onvertogen woord mogelijk. Er staat een stadhuis en Belfort alsmede iets wat een postkantoor geweest zou kunnen zijn. Voorts staat er allerlei met goud overdekte middeleeuwse bebouwing met winkeltjes en restaurants. Op zondag is er een vogeltjesmarkt. Je kunt een straatje inlopen naar het beroemde manneke pis. Als je geluk hebt, dan is het beeldje van het plassende jongetje gekleed. Iets verderop heb je de Poezinelle kelder. Dat is een voormalig poppentheater, zoals er vroeger vooral in Antwerpen meer waren. Je kunt er heel bijzondere Belgische biertjes drinken. Op elke stoel zit een plaatje met de naam van een ridder, die daar vroeger mocht zitten. Nu zitten er natuurlijk alleen naamloze toeristen...