Het belangrijkste van Tibet zijn ongetwijfeld de onwereldse landschappen, die je overal aantreft. Bergen, wolken, meren en rivieren gaan in elkaar over. We maakten ruim 400 foto's. Hier alleen een kleine selectie. Gelukkig stopten we regelmatig. Foto's genomen vanuit de bus waren vaak van mindere kwaliteit. Een uitzondering is de bovenste foto, gemaakt op de brug komende uit de tunnel naar de luchthaven. Dit beeld is kenmerkend voor de vallei, waarin het grootste deel van de Tibetaanse bevolking leeft. Een rivier heeft zich een diepe geul gegraven in een hoogvlakte van zandsteen. De hoeveelheid zand is zo overvloedig, dat het soms wel een duinlandschap lijkt. Vroeger nam de tocht van het ene eind naar het andere eind van de vallei vele weken. Wij deden het nu in een dag. De weg ligt er nog maar een paar jaar.
In principe is er voldoende vlak land in Tibet. Echter om een of andere reden blijkt de grond niet erg vruchtbaar. De natuur bakt er niet veel van. De mens en met name de Chinezen zijn op grote schaal bezig grond geschikt te maken voor akkerbouw. Daartoe worden over de hele vallei van honderden kilometers lang wilgen onder andere geplant. Wilgen zijn dankbare bomen, die snel groeien, veel hout produceren en de grond vastleggen. Het hout kan gebruikt worden als vervanging voor de jakmest als brandstof. Vruchtbare mest gebruiken als brandstof is immers niet de beste manier om een hogere opbrengst te krijgen uit het land. De landbouw bedreven door de Chinezen heeft een ongekende schaal in vergelijking met wat eeuwenlang gebruikelijk was in Tibet. De Chinezen zijn gekomen om er te blijven. In hoog tempo zijn ze de infrastructuur van het land aan het opbouwen. Ook de Tibetanen plukken daar de vruchten van.
Overal zie je in het landschap vlaggen en heiligdommen. Bovenstaande beeld staat langs de hoofdweg door de vallei in de buurt van de luchthaven. Tibetanen stoppen hier om te bidden. De witte doeken tegen de bergwand zijn offerandes om de goede gunst van de goden af te smeken. Het zijn sjaals, waarin een kluit met zand wordt gebonden om omhoog te kunnen werpen. Als de sjaal blijft hangen, dan belooft dat voorspoed. Wij hebben ook onze best gedaan. Maar veel voorspoed was niet ons deel. Zomaar in het landschap of op huizen staan bossen met wilgentakken getooid met vlaggen en teksten van de Bhoeda. De betekenis ervan niet helemaal duidelijk. Wellicht worden op hoogtij dagen vlaggen bijgeplaatst. Ook bruggen zijn overdekt met kleurrijke doeken om de zege van de goden af te smeken over deze infrastructuur.
We bezochten een Tibetaanse boerderij. Het betrof een rijke boer. Toch waren de getoonde leefomstandigheden te bar om je als Europeaan voor te kunnen stellen. In de zomer gaat het nog wel. Maar in de winter moet het verschrikkelijk zijn. Het belangrijkste voedingsmiddel is gemalen gerst. Daarvan maken ze 'thee' en pap. We mochten ervan proeven. Sommigen vonden de thee wel wat. De pap vond zelfs ik als papliefhebber oneetbaar. Jakmest wordt tegen de buitenmuren gesmeerd om als brandstof te dienen in de winter. Ze hadden een waterput, stallen, heiligdom en een mooie kamer. Het seizoen is kort in Tibet. Maar de spullen op het land zagen er goed uit. Op het dak stonden te pluimen met vlaggen, die een prachtig voorgrond vormen voor het woeste landschap erachter.
Tibet is qua grondgebied even groot als Europa. Er wonen nu net iets meer dan twee miljoen mensen. Een ideaal gebied voor de Chinezen om de bevolkingsdruk elders in China een beetje af te zwakken. Het is een grote plaat, die omhoog gedrukt wordt door de aardschol, waarop India ligt. In tegenstelling tot Nepal is er vrijwel nergens een besneeuwde top te zien. De afstand van Lhasa tot het Himalaya gebergte, de rand van de schol is enorm. De plaat bestaat voornamelijk uit zandsteen. Rivieren hebben grote valleien uitgesleten, waar het leven goed mogelijk is, ondanks de hoogte van 3500 meter en meer boven de zeespiegel. De valleien accumuleren de warmte, zodra de zon schijnt. 's morgens is het tien graden in de namiddag kan dat wel oplopen tot 30 graden. In de zomer gaan de jaks met de herders de bergen in. Onder de 4000 meter tref je in de zomer dus alleen jaks aan voor de toeristen. Onder een van de weinig plaatjes tijdens de afdaling uit de pas van 5000 meter van grazende jaks.