Op het ogenblik zijn er nog een paar dozijn kloosters in Tibet overgebleven. Rond Lhasa wat kloosters met de 'geelkappen' van de Dalai Lama. In de rest van het land de 'roodkappen' van de Pantsjen Lama. Het echte geloof vind je alleen nog rond Lhasa. Node hebben de Chinezen toegestaan, dat er weer enige honderden jonge monniken hun intrek namen in de overgebleven kloosters. Boven het prachtig gelegen klooster in Samye, het oudste klooster van Tibet. Nu alleen nog een soort museum. Beneden het zogenaamde discussiëren in het Sera klooster bij Lhasa. Aan het einde van de middag vormen zich groepjes van leermeesters en leerlingen, die discussiëren over leerstellingen. Na iedere stelling wordt keihard in de handen geslagen. Nogal lawaaiig. De kracht van argumenten is kennelijk niet genoeg.
Vijftig jaar geleden waren er 2700 kloosters met ca 100.000 monniken. De kloosters vormden eeuwenlang de grootste macht in het land. Indien nodig werden jonge en sterke monniken gestuurd op momenten dat argumenten onvoldoende gewicht in de schaal legden. Geen landheer kon daar tegenop. Personen van edele families gingen in het klooster. De gewone monniken werden geacht hen te bedienen. Een monnik en kloosterling kon gewoon trouwen en kinderen krijgen. Het is en was de droom van iedere jongeling in Tibet om de kans te krijgen in het klooster te gaan. Toch moet je wat voorzichtig zijn met de term 'vechtmonnik'. Rond 1900 hadden de Engelsen een klein misverstand met de Lama. Hij had hen uit pure beleefdheid een lading goud gestuurd en ze besloten naar aanleiding daarvan een legertje te sturen om een 'handelscontract' af te dwingen. Een confrontatie tussen 100 Engelsen, 1500 Indiërs met 3500 Tibetanen volgde. De Tibetaanse generaal had de pertinente opdracht de Engelsen te stoppen. De Engelsen wilden absoluut een 'onderhoud' met de Lama's. Het resultaat was een bloedbad. In enkele minuten tijd werd kennelijk het complete staande Tibetaanse leger weggevaagd. De hele wereld sprak er schande van.
Om de financiële eindjes aan elkaar te kunnen knopen worden de toeristen in de 'roodkappen' kloosters toegestaan tegen betaling binnen te fotograferen. Het is kennelijk pure noodzaak. Je ziet nauwelijks monniken of gelovigen anders dan voor het innen van de fotogelden. Voor vijf euro kon ik in Samye net zoveel fotograferen als mijn hartje begeerde. Kenmerkend is de drievuldigheid, die je overal aantreft, t.w. de vorige, de huidige en de toekomstige Bhoeda. Deze systematiek geldt ook voor de Lama's. Overal zie je foto's van de laatste drie Lama's. Het is in de tempels erg donker. De doeken blijken bij gebruik van de flitser opmerkelijk kleurrijk. In elke tempel tref je vervolgens wachters aan. Dit zijn mythologische wezens, die de tempel moeten beschermen tegen kwaadwillende geesten.
Hier de hoofdzetel van de Pantsjen Lama. Het is een complete tempelstad. Grotendeels verlaten. De gouden koepels huisvesten stoepa's en metershoge Bhoeda's. Aartslelijk. Ik vond het fotograferen binnen de tempels hier wat te duur en niet echt de moeite waard. Het effect van het zelf benoemen van de volgende Pantsjen Lama door de Chinezen is niet helemaal wat ze ervan verwacht hadden. Geen gelovige te bekennen. Alleen buiten de muren van het klooster heb je heilige mannen, die aanbeden worden door de spaarzame gelovigen, die nog de moeite nemen de gebedsrollen rond het klooster aan het draaien te brengen. Het was bloedheet in de namiddag. De groep kwam aldra tot de conclusie, dat het hen aan de vroomheid ontbrak om de enorme ongetwijfeld schitterende tocht door de hitte en de ijle lucht te volbrengen.