Java is een van de dichtstbevolkte stukjes grond van deze aardbodem. Het eiland is vulkanisch, vruchtbaar en erg groot. Er loopt één weg van Djakarta naar de veerpont naar Bali. Het is in principe een tweebaansweg. Dat hij anders (intensiever) wordt gebruikt is typisch Indonesisch, maar de afstand (2000 km) blijft wat verder, dan het zich van te voren laat aanzien. Er is weinig stedenschoon en Java moet het vooral hebben van de ongelooflijke natuur. Om de reis wat te breken wordt een stukje vanaf de miljoenenstad Bandoeng afgelegd met de trein. Je rijdt door kloven en bergen, overal zie je sawa's. Het is feeëriek en de videobeelden ervan zijn dan ook prachtig...
In Djakarta waren we maar een nacht en een ochtend. Het is een van de grootste steden van de wereld. Ze hadden naar verhouding behoorlijk internet. Voor het eerst in dagen lukte het om mijn post volledig binnen te krijgen. Ze hebben naast een piepklein centrum best aardige wolkenkrabbers. Je bezoekt naast het oude Nederlandse bestuurscentrum en de club Batavia steevast de haven met bovenstaande logge zeeschepen. Deze varen op en neer naar Celebes. Hier wordt cement geladen. Op de terugweg gaat het om hout en rijst. De zakken worden op en van het schip gedragen door dragers. Je hebt medelijden met de vrachtauto's en mensen die met vereenden krachten de onvoorstelbare loodzware vracht aan boord moeten sjouwen...
De belangrijke Nederlandse bestuurders werkten in Djakarta maar woonden in Bogor (Buitenzorg). Dat ligt op op 100 km afstand van de hoofdstad en op 800 meter hoogte boven de zeespiegel, heeft een aangename temperatuur en geen last van malaria. Rond het paleis van Bogor ligt een van de bekendste zoologische tuinen van de wereld. Daar kun je bomen, die elders alleen diep in de oerwouden voorkomen op ware grootte bewonderen. Ook is er een begraafplaats van belangrijke Nederlanders. Je wordt rondgeleid door een gids, die dol is op Indonesische beukennootjes. Met een steen worden de schillen opengebroken en de inhoud aan moedige toeristen verstrekt. Het is ook een standaarduitje voor de Indonesische jeugd. Het viel niet mee om foto's te maken zonder een horde padvinders erop...
De miljoenenstad Bandoeng ligt aan de voet van een vulkaan. Met kleine bestelauto's ga je naar boven. Er zijn meerdere kraters. De bovenste krater is alleen adembenemend. In een andere krater kun je pootjebaden in het warme uit het diepst van de aarde opborrelend water. Indonesische gidsen zijn uitermate beleefd. Op een bedekte en beschaafde manier wordt erop gewezen, dat de wandeling van de bovenste vulkaan naar de tweede krater inspannend is. Zulke waarschuwingen moet je niet lichtvaardig nemen. Er lopen mensen mee om je te helpen bij de moeilijke passages. Eerst denk je dat dit alleen om geld te doen is. Maar Wim is zo'n beetje door hen naar beneden gedragen. Vooral het tweede stuk van de tocht werd hem zichtbaar teveel. Als hij dat van te voren had geweten, dan was hij zeker niet meegegaan...
Beneden aan de vulkaan ligt een reeks tuinen doorsneden door vulkanisch zwavelhoudend water. We waren er tien jaar geleden ook al eens. Het is een bijzondere ervaring. Toeristen worden gebracht naar besloten ressorts. Veel leuker is de centrale tuin bezocht door de plaatselijke bevolking. Daar gaan de mensen volledig gekleed het water in. Het was een rustige dag. In het weekend kan je over de hoofden lopen. We hebben ons afgescheiden van de groep en zijn op eigen gelegenheid de centrale tuin ingegaan. Ik ben naar Indonesisch begrippen wat groot (185 cm). Een groep Indonesische jongelui wilde met mij op de foto. Ze kwamen nauwelijks tot aan mijn borst. Met een taxi maakten we de rit terug naar Bandoeng. Het kostte 350.000 roepias. Dat klinkt veel, maar is minder dan 30 euro. Ik had zelf graag een bad genomen. Maar de chauffeur van de taxi liep mee de tuin in en was voortdurend wat hinderlijk aanwezig. Wel heb ik wat leuke foto's genomen, die de rest van de groep moest ontberen...
De belangrijkste bezienswaardigheid van Indonesië is de Borobudur. Dit is een tempel, die een eeuw geleden is gevonden in de buurt van Yogyakarta. Hij stak nauwelijks boven het omringende land uit. Met man en macht heeft men de tempel gerestaureerd. Het resultaat is prachtig geworden. Echter het heeft weinig van doen met de foto's van de oorspronkelijke vondst. Alles lijkt wel van de grond af aan opnieuw opgebouwd. Het valt niet mee om foto's te nemen zonder een horde toeristen, die het zicht bederven. Gelukkig vinden alle gidsen, dat ze de bezichtiging moeten starten aan de in schaduw liggende voorkant van het complex. Daardoor heb je de gelegenheid op eigen gelegenheid vanaf de 'zonkant' een reeks foto's te nemen zonder al teveel mensen erop. Ik heb helaas niets van het verhaal van de gids mogen meemaken...
Het nemen van een overzichtsfoto van de Borobudur is schier onmogelijk. Het is zo'n onmogelijk groot geval. Zelfs als je honderd meter opzij loopt, dan valt het niet mee alles in een keer op de foto te krijgen. Het is een complex opgebouwd in lagen bekroond met een reeks stoepa's. Zo'n reliëf zoals op bovenstaande foto. Je moet ervan uitgaan, dat dit oud is. Toch is de kwaliteit van het beeldhouwwerk ongelooflijk. Er is zoveel, dat een uitputtend overzicht nauwelijks is te geven. Onderstaand een ander nabijgelegen complex. De vorige keer zijn we er niet geweest. Het is hevig getroffen door de aardbeving van 2003 en wordt intensief gerestaureerd. Wim vond het authentieker en minstens zo interessant...
Naast de tempels is Yogyakarta bekend om het paleis van de sultan. Aangezien een dochter van de sultan in de komende week zou trouwen was het niet toegankelijk. Daarom werden we ter compensatie naar het paleis van de sultan van Solo gebracht. Persoonlijk vind ik dit complex mooier. Naast de imposante centrale ontvangsthal bezoek je de persoonlijke vertrekken van de sultan. Hoewel hij er inmiddels al weer vijftig jaar niet meer schijnt te wonen, is het een echt paleis gebleven...
Het bezoek aan de vulkaan de Bromo is een vast onderdeel van elk bezoek aan Java. De berg zelf is niet echt imposant. Het is net een kleine molshoop tussen de omliggende reeds uitgedoofde vulkanen. Om de mooiste foto's te kunnen maken moet je verschrikkelijk vroeg op. Dat was dit keer nog erger omdat onze reisorganisatie ervoor gekozen had een hotel op geruime afstand van de vulkaan te nemen. We werden om twee uur in de nacht gewekt en reden door het duister urenlang omhoog naar de mooiste uitzichtplek. Je ziet de zon opkomen. Je hoopt dat de mist tijdig zal optrekken en het resultaat is inderdaad niet onaardig...
Na de zonsopgang rijd je met een busje naar beneden naar de zandvlakte, waaruit de Bromo omhoog is gekomen. Met een paard kun je naar de voet van de vulkaan rijden. Er is een heiligdom. Het is ruim twintig minuten rijden. De minder dapperen gaan lopen. Het is een enorme klim naar boven. Ditmaal negeerde Wim de subtiel gestelde waarschuwing van de gids niet en bleef beneden. De piepkleine molshoop blijkt bovenaan gekomen niet zo heel erg klein. De krater is gevuld met zwaveldamp. Beneden zie je de paarden staan voor de terugrit. Met trillende knietjes van de hoogtevrees heb ik mijn plicht gedaan...
Tijdens de afdaling van het gebergte op weg naar Bali troffen we een wel heel bijzondere neringdoende. Overal in Indonesië worden eenden gehouden. Na de rijstoogst worden deze eenden op de velden losgelaten om de gevallen rijstkorrels tot zich te nemen. Het resultaat is een verzameling van dit soort eenden. Ze worden geserveerd in restaurants. Ze zouden er nog wat op oefenen. Er zit niet veel vlees aan. Ze worden in de frituur gegooid. Het valt daarna meestal niet mee om tussen de vaak volledig verkoolde stukken nog 'vlees' te vinden. De onderstaande eendenhoeder verdiende het veelvoud van anderen door op de ochtend van het vertrek de drie toeristenbussen op te wachten en de moedigen onder hen de gelegenheid te geven om ook wat eenden te hoeden...
Diverse bijzondere excursies worden georganiseerd. Wij hebben streng geselecteerd. Vooral vrouwelijke toeristen zijn dol op kinderen. Wij hebben dat niet zo. Tijdens een tocht door de velden werden we getrakteerd op een dansfestijn in een dorp. Er wordt dan geadviseerd om vooral de zeepjes en shampoos uit de hotels mee te nemen om uit te delen. Tja... Daar doen we dus niet aan mee. Op diverse plaatsen werden we ontvangen door mensen, die hun huis voor ons openstelden. Terwijl anderen uit het hotel gestolen zeepjes en shampoo zaten uit te delen hebben wij foto's gemaakt zonder ervoor te betalen. Onderstaande groep is inderdaad buitengewoon fraai gekleed en een bezoek plus donatie meer dan waard...