Een beetje een vreemde eend in de bijt was het bezoek aan Bombay, de enige nieuwe plaats die we bezochten. In de vroegte wordt je naar het vliegveld van Udaipur gebracht en vlieg je in iets meer dan uur naar de havenplaats. Daar ben je dan veel langer bezig in de reusachtige stad om het hotel te bereiken. Het is er minstens tien graden warmer, dan elders. Het heeft iets weg van die andere reusachtige steden als Cairo en Bangkok. Rommelig, chaotisch en je krijgt direct gevoel: "Hier heb ik niets te zoeken". Later komt toch wat waardering. Het is het centrum van de Indiase filmindustrie. Het is de enige stad van India, die echt bruist. Delhi is immers ondanks zijn 20 miljoen inwoners een beetje een uit de kluiten gegroeid dorp.

Het centrum is gebouwd door de Engelsen. De Gateway of India is gebouwd ter gelegenheid van een bezoek van de Engelse koning aan India. Bij het vertrek van de Engelse troepen in de jaren vijftig marcheerden een korps symbolisch door de poort India uit. Het  is een havenplaats, die geen last schijnt te hebben van de jaarlijkse moesson. Het is het economische hart van het land. Fort Mumbai, een paar kilometer groot, bevat alle koloniale gebouwen. Deze hebben ieder toch wel een zekere schoonheid. De universiteit omvat bijvoorbeeld diverse fraaie gebouwen. Er is een kazerne, marinebasis en het politiebureau van de staat. Het wordt niet gewaardeerd als je daar foto's van neemt. Tijdens het tochtje naar het Olifanteneiland mag je aan boord geen foto's nemen. Het is dan wel wat veel boottocht in vergelijking met het gerealiseerde fotomateriaal.

Het hotel is gelegen op loopafstand van de Gateway of India en andere monumenten, hoewel het een groot deel van de dag te warm was om daar echt van te kunnen genieten. Vlak bij ligt een vissershaven. We hebben geprobeerd nog wat dichterbij de boten te komen. Dat bleek niet goed mogelijk. Tenminste als je niet door overdekte steegjes van minder dan een meter breed de woonwijk wilde doorkruizen. Het leek wel of je door de woonkamer van de mensen liep. Na aankomst deden we een rondrit door de stad. Het kostte wat moeite de chauffeur over te halen de airconditioning aan te zetten. We bezochten het park bovenop het waterreservoir van Bombay, het museum van Mahatma Ghandi en de wasserij. Hier in Bombay is de mens als wasmachine kennelijk goedkoper in gebruik, dan een echte wasmachine. De werkers stonden tot hun dijen in het water de was in het uit het water te trekken en rond te slingeren. Sommige hadden plastic jassen om niet permanent compleet doorweekt door het leven te hoeven gaan. 

We zijn samen met Lydia naar het Olifanteneiland gevaren. Het is een hele tocht en we konden eigenlijk niet op tijd terug zijn. Op het eiland hebben ze een aantal grotten met beelden. Op de foto zien ze er niet uit, maar het was best indrukwekkend. Het is erg warm en een boottocht is dan een ideale besteding van de resterende tijd tot onze thuisvlucht om 12 uur 's nachts. Je kan je op het eiland met een draagstoel naar de grotten laten dragen. Hoewel vroeg in het jaar kan deze investering van 300 roepies per persoon best geadviseerd worden. Het is een hele klim en erg warm. Verrassend is dat je overal moet betalen. De prijs van de boot valt nog best mee. Maar aan land gekomen moet belasting betaald worden en een tamelijk groot bedrag aan entreegelden. Zoals overal wilden ze ook geld hebben voor videocamera's. Hoe meer je moet betalen, hoe minder er te filmen valt. Wijs geworden door eerdere ervaringen betaalde Lydia niet, maar filmde binnen desondanks de apen. Volgens de borden had dat tenminste enige jaren 'gratis' onderdak moeten opleveren.

's Avonds zijn op advies van Lonely Planet met een taxi naar een restaurant gegaan. We waren vrijwel de enige buitenlander en het was stervensdruk. In een hoog tempo werd je door het overvloedig aanwezige personeel voorzien van een fles wijn, water en hapjes. Gaandeweg de reis kregen we steeds meer waardering voor deze dunne harde platte flensjes. Ze zijn pittig gekruid. Ze moeten direct uit de olie komen. Vroeger kregen we ze wel eens in Indiase restaurants samen met scherpe sausjes. Hier krijg je ze altijd kaal en ze zijn heerlijk. Bij het eten namen we een vis tandoori. De techniek van tandoori is het insnijden van het vlees tot op het bot of de graat, kruidenpasta en de grill. Het vlees of de vis is daarna heerlijk mals, net gaar met een heerlijk grillsmaak. Vrijwel overal kun je het krijgen met kip en het stelt nooit teleur. Het restaurant in Bombay was zondermeer het beste, dat we in India hebben gehad, terwijl het eigenlijk verbazingwekkend goedkoop was. Lonely Planet selecteert zijn restaurants via aanbevelingen van andere reizigers en dat werkt. Je kunt er bijna blind opvaren.