Na twee nachten Vilnius gingen we op weg naar Riga. Onderweg werd gestopt bij de kruisheuvel. Dit is een plek, waar mensen honderdduizenden kruizen hebben neergezet. De Russische machtshebbers hebben diverse malen de bulldozer ingezet om ze weg te krijgen. Dat is nooit gelukt. Op de kruisheuvel zijn eigenlijk geen mensen begraven. Maar door hier een kruis te plaatsen gedenkt men naasten, die simpelweg van de aardbodem verdwenen zijn. Onze gids was hier ten tijde van 11 september met een groep Amerikanen. Deze hebben toen onmiddellijk kruizen geplaatst. Iedereen mag een kruis plaatsen. Je ziet tientallen mensen sjouwen met kruizen en bidden voor hun overledenen.
Het hoogtepunt van Riga waren voor ons de Jugendstil panden. De beroemde Eisenstein panden doen alles wat je aantreft in Tsjechië, Hongarije of Oostenrijk verbleken. Het zijn reusachtig panden. Schitterend versierd. Pas gerestaureerd. De boel is opgesplitst in appartementen, die bij ons miljoenen zouden doen. Volstrekt uniek. Na afloop gingen we lunchen in een openluchtmuseum met bouwsels van het platteland verzameld over een periode van meer dan vijftig jaar. Wat ons betreft had de bebouwing wel een beetje dichter bij elkaar mogen staan. Ik vond alleen het houten kerkje met origineel interieur echt bijzonder. Het eten was typisch locaal en zeer overvloedig. Meer dan de helft bleef over. Een dergelijke overvloed zie je wel vaker als je buiten de grote stad met een groep gaat eten. Je geneert je een beetje. Ook in de stad Riga is alles verschrikkelijk goedkoop. In restaurants kun je een maaltijd krijgen voor minder dan een tientje. Je moet gewoon zoeken naar dure restaurants.