Het landschap in de rest van Hongarije valt wat tegen. Er zijn bergen, meren en rivieren. Sommige vergezichten over de Donau zijn fraai. Ook de afstanden zijn groot. Je zit relatief lang in de auto om relatief kleine stadjes met een bezoek te vereren. Op weg naar het kuuroord in de bergen zijn we eerst langs de verschillende plaatsen van de Donauknie gereden. Dat is een vruchtbare bocht in de rivier boven Boedapest. Deze streek was aanvankelijk belangrijker dan Boedapest. Boven de stad Esztergom. Dit was en is de zetel van de katholieke kerk in Hongarije. Op de heuvel staat een enorme kathedraal. Beneden een klooster. Voor de rest valt de stad in het niet bij het huidige Boedapest. Hetzelfde geldt voor de drie anderen plaatsen, die we deze dag bezocht hebben, t.w. Szentendre, Vac en Visegrad. Voor Vac moet je heel tijdrovend heen en terug met de pont over de Donau.

Bij Visegrad hebben ze een grote donjon; een Bourgondisch restaurant en ridderspelen. Het wordt best leuk gedaan en het eten is smakelijk. De donjon ligt nogal ver naar boven. Om de toeristen zover te krijgen de spelen te komen aanschouwen hebben ze de 'rattenvanger van Hamelen' truc ingezet. Na het eten staan er een aantal jongens in Middeleeuwse kleding en trommels beneden aan de trap met een hoornist. Op een bepaald moment beginnen deze te spelen. Horen en verzien vergaat je. Als vanzelf lopen de toeristen achter de muzikanten mee naar boven. Onderaan de donjon is een arena, waarin verschillende heren elkaar met zwaarden en andere spullen te lijf gaan. Ziet er tamelijk gevaarlijk uit.

Een aardige stadje is Eger. Het is eeuwenlang een grensvesting geweest tussen de Christenen en de Turken. Het ligt op 25 km van het kuuroord, waar we verbleven. Het is een bestemming voor schoolreisjes. Beneden in de stad staan paleizen, kloosters en kathedralen. Boven de stad ligt een citadel. Hij moet het vooral hebben van het uitzicht. Deels is het ruďne en deels kapot gerestaureerd. Hieronder een foto van het voorfront van de kathedraal. In het fotoalbum staan nog wat foto's van het bijbehorende klooster. Het kuuroord had alle voorzieningen, die je mag verwachten. Wij houden niet zo van sauna's, krachttraining en wandelen in de omgeving. De keuken was werkelijk voortreffelijk. Tevens hadden ze uitstekende wijn. Voorts kon je er tegen geringe vergoeding internetten. Dat was overigens in het hotel van Boedapest gratis. Dat is handig als je nog een hotel moet boeken voor de terugreis in Duitsland of contact wilt houden met het thuisfront.

De tweede dag in de bergen hebben we een poging gedaan meren en de beroemde poesta te zien. Dat is geen eenvoudige opgave. Misschien krijg je er in een bus een beter zicht over het landschap. Vanuit een personenauto zie je er weinig van. Vooral omdat de meren langs de weg grotendeels dichtgegroeid zijn. Midden op de toendra troffen we een dorp, waar de paardrijkunst bekeken kan worden. Wij hadden daar helaas geen tijd voor. Het eten in het bijbehorende restaurant was 'gedenkwaardig'. De violist aan tafel was werkelijk ontzettend vals. De dag werd nog een beetje gered door Debrecen. Daar hebben ze een hoofdstraat met een groot aantal bezienswaardige gebouwen. Op de hoofdpagina een foto van de kerk (3e foto). Beneden een werkelijk spectaculair Jugendstil gebouw.

De laatste drie overnachtingen zouden plaats vinden in ene kasteel bij het beroemde Balatonmeer. Dat is van de grootste zoetwatermeren van de wereld. Het is erg toeristisch. De hele oever is bezaaid met accommodaties. Het is ons niet gelukt de kern van het meer te vatten in een geslaagde foto. Voor het fotograferen van zulke enorme watervlakten moeten we kennelijk nog wachten op de volgende generatie fototoestellen. We hebben een groot aantal kleine plaatsen aangedaan, zoals Székesfehérvar, Veszprém, Köszeg en Sopron. Vraag ons niet om deze namen uit te spreken. Hieronder een foto van een nogal gehavend jugendstil gebouw uit Székesfehérvar.

Het stadje Veszprém ligt op een langgerekte rots boven de vallei. Op de rots is net ruimte voor een straat met huizen. Aan het einde kan onderstaande foto worden gemaakt. Het heeft wel wat weg van Todi in Italië. Alleen wat kleiner. Begin mei is het in Hongarije nog het vroeg voorjaar. In de zomer kan het snikkend heet worden en in de winter erg koud(landklimaat). De voorgaande week kwam de temperatuur nauwelijks boven de vijf graden. Alle bomen stond nog in de knop of zachtgroen. Het hotel had buiten ons nog geen klanten. De kasteelheer deed vrijwel alles zelf. Hij kookte, bediende en onderhield de gasten. Hij sprak schitterend Engels. Hij was helemaal een echt Engelse landheer. Ook hier waren allerlei voorzieningen om de gasten bezig te houden, zoals en Sauna, midgetgolf, zwembad, etc. Ook kan je er prachtig wandelen of jagen. Dat was niet zo aan ons besteed.