We zijn deze reis twee dagdelen naar Malaga geweest. Tweemaal hebben we geprobeerd het Alcatraz binnen te komen. Tweemaal bleek het 'Holleyday'. Gelukkig hadden we ditmaal een auto, waarmee we op onze dooie akkertje naar boven konden rijden. Vroeger hebben we wel eens de bloedhitte te voet de klim naar de top gedaan. We hebben ter compensatie een fotoboek aangeschaft. Thuisgekomen bleek de kwaliteit van de foto's echter ongeschikt voor deze site. Wel hebben we zelf wat fraaie foto's vanaf de berg over de haven, de stierenvechterarena en het paleis weten te nemen. Een digitale kamera kan toch wel wat meer dan de ouderwetse toch wel wat povere analoge kamera's, die gebruikt is voor het aangeschafte fotoboek.
De afgelopen jaren zijn we in de Oostbloklanden geweest. Opvallend is de voortvarendheid, waarmee deze achterstallig onderhoud ter hand hebben genomen. Misschien hebben de instituties van de Europese gemeenschap sinds de toetreding van Spanje en Portugal wat bijgeleerd. Een stad als Malaga is na twintig jaar in de Europese gemeenschap eindelijk begonnen de boel eens een beetje op te knappen. Overal staan de gevels in een corset, terwijl het achterliggende gebouw verwijderd is. Over een jaartje of vijf is de stad wellicht weer een plaatje. Nu is het een grote bouwput...
Lange de hele kust loopt een enorm boulevard. Ongetwijfeld op normale doordeweekse dagen de volledig verstopte levensader van de stad. In vroeger tijden was het fort tegen de heuvel cruciaal. De economische basis van de streek is het toerisme, maar de stad zelf neemt daar nog onvoldoende aan deel. De enige manier om in de belangrijke steden van het binnenland te komen is via de snelweg, die door de bergen omhoog slingert vanuit Malaga. We hebben hem vijfmaal gereden. Het is een grote roetsjbaan naar beneden. Een keer hebben we op de terugweg een uur stilstaand doorgebracht, omdat iemand iets te enthousiast was afgedaald en niet tijdig kon remmen voor een file.