SCHIEDAM - Onze kerstreis ging dit jaar naar Zuid Spanje. Vijf en twintig jaar geleden waren we er voor het laatst. Het was toen erg mooi weer. Het is een mooie streek met een aantal prachtige steden. We wilden wel eens een keertje terug om de ontwikkelingen gade te slaan en een stel kwalitatief goede foto's maken. Het werd een veelbewogen reis. Dat niet alleen omdat we met de gehuurde auto ca 2000 km aflegden. Onder andere ging de reisorganisatie failliet. Opmerkelijk, want het was dezelfde organisatie, waarmee we 25 jaar geleden de reis maakten en die toen al ieder moment failliet leek te kunnen gaan. Tegen bijbetaling van 400 euro konden we met een andere reisorganisatie exact dezelfde reis maken.

Het werd al met al nog behoorlijk duur. In de nacht van 25 op 26 december reed een onverlaat de spiegel van de auto eraf. Parkeren in een van de vele bewaakte parkeerplaatsen was wellicht verstandiger geweest. Op de voorlaatste dag werd een van onze portemonnees gerold. Wat een teleurstelling moet het geweest zijn voor de dief, dat het geld al op was. Bij beide incidenten werd ons tot tweemaal toe door de receptie van het hotel sterk ontraden om zelfs maar de politie te waarschuwen. Het was immers kerst en dit soort incidenten schijnt regelmatig te gebeuren. Je kunt je kostbare tijd wel beter besteden, dan aan converseren met een Spaanse politieagent, die niet of nauwelijks Engels spreekt. Daarnaast vinden Spanjaarden werkzaam in de toeristenindustrie het nodig om in de kerstperiode zelf ook op vakantie te gaan...

Zuid Spanje is in 25 jaar aanzienlijk veranderd. Indertijd viel het ons al op, dat de hele kust vol stond met hotels in verschillende stadia van het bouwproces. En dat is nog steeds zo. Stonden de hotels toen mannetje aan mannetje tot voorbij Torremolinos. Nu is de brede strook met hotels en appartementen gevorderd tot voorbij Marbella. Dat is toch wel meer dan 25 kilometer. Je vraagt je af waar ze de toeristen vandaan halen om al die accommodaties te vullen. Kennelijk komen van overal over de wereld overwinteraars naar dit klimatologische wonder aan de zuidpunt van Spanje. Wij zaten in Fuengirola. Het valt op dat horeca daar geen rijk bestaan heeft. De restaurants beconcurreren elkaar op de prijs. Je kunt een drie gangen menu krijgen voor 5 euro...

Wij zaten in een architectonisch gezien opmerkelijk hotel. Het bestond uit twee ronde torens van verschillende hoogte en doorsnede. Zeker in de smalste toren waren de kamers erg klein. Het was niet erg vol, maar werd professioneel gedreven. Mensen, die er niets te zoeken hebben, komen niet voorbij de receptie en de bewaking. In de onderste drie verdiepingen hebben ze druk bezochte nachtclubs en restaurants. Daardoor was het 's nachts wel eens een beetje lawaaiig. Het kerstdiner van een stuk of 8 gangen werd afgehandeld in een uur tijd met slechts een handjevol personeel. Het was leuk en overvloedig, een wonder van efficiëntie en heel erg Engels...

Het huren van een auto doen we nog maar sinds kort. Het bevalt ons goed. Het is niet erg duur in vergelijking met georganiseerde excursies zolang de spiegels maar op de auto blijven zitten. We hadden een echte auto, een keurige Diesel. De afstanden zijn tamelijk groot. Voorheen was het nauwelijks te doen geweest. Nu zijn er echte snelwegen. We reden het naar Sevilla in twee uur. Dat is ongeveer de tijd, die ik ook in Nederland dagelijks in de auto zit om op mijn werk te komen. Het waren desondanks lange dagen, maar het was de moeite waard. We gingen tweemaal naar Malaga en Sevilla en eenmaal naar Cordoba, Granada en Ronda. Sevilla is verreweg de mooiste stad. Maar ook de andere steden zijn zeker een bezoek waard.

Kenmerkend voor alle steden zijn de kathedralen, deels van Moorse oorsprong, die hun weerga niet hebben. Tijdens de kerstperiode zijn ze gewoon open. Dat geldt niet voor veel andere toeristische attracties. We waren toch wel wat verbaast, dat het fort op de heuvel van Malaga gedurende de hele week gesloten was. Ook in Cordoba waren alle musea dicht. Het blijft een merkwaardig volk die Spanjaarden. Ze zijn zo'n twintig jaar geleden door de Europese gemeenschap wakker gekust uit een eeuwen durende winterslaap. De vorige bloeitijd van Spanje lag in de Middeleeuwen. Daarna veroverden de Christenen het laatste bolwerk van de moren in het zuiden. Dit had een waarlijk vernietigend effect op de economie en de schone kunsten. Voorts had het land de pech tot de ontdekkers van Amerika te behoren. Het importeren van schepen vol goud en zilver leidt weliswaar tot veel mooie altaren en schijnwelvaart, maar niet tot serieuze blijvende economische ontwikkelingen.

Mijn vader bezocht in de jaren vijftig de omgeving van Madrid tijdens een orgelreis. Ze waren dagen onderweg met de bus over zandwegen. Ze kwamen in kerken, waar het geroofde goud uit Mexico nog op de altaren en orgels zat. Maar waarvan niemand wist of de orgels het nog wel deden. De redelijk deskundige deelnemers aan de reis repareerden provisorisch de instrumenten, zodat er vaak voor het eerst in honderd jaar weer eens wat geluid uit kwam. De opgeschrokken vogels nestelend in de orgelpijpen gaven een bijzonder effect. De laatste dag was er een diner, dat gegeven werd door de Spaanse geestelijke, die de hele reis georganiseerd had. Hij had dat niet helemaal goed gecoördineerd met bestuurders van de stad Toledo. Het gevolg was dat de deelnemers achter elkaar twee enorme diners moesten verstouwen...