Calabrië is de teen van de laars van Italië. Sinds kort zijn er reizen naartoe. We waren er in mei 2006 met een Fly-Drive arrangement. Het was een heel ander Italië dan we kende. Prachtige landschappen, tal van opgravingen, vreselijke wegen; prachtig gelegen stadjes; armoe en geen eetcultuur. Het was even schrikken. Het vaartuig boven aan de pagina wordt gebruikt voor het vangen van zwaardvissen. Boven in de mast zitten drie mannen op uitkijk. Vooraan een loopbrug om de zwaardvis te besluipen. Je vraagt je af hoe zo´n boot overeind blijft onder een dergelijke excentrische belasting. Ook vraag je je af hoe zeven man kunnen leven van de vangst van slechts enkele zwaardvissen per week.

 

 

De eerste dag reden we met de auto van de binnenkant naar de kust aan de buitenkant van de laars. Daar heb je een serie opgravingen en een aantal mooie middeleeuwse stadjes. Gerace is de bekendste. Het heeft een kasteel, een dom, meerdere kleine kerken en prachtig uitzicht van de bovenstad over de benedenstad en de rest van het landschap. We zijn overal binnen geweest. De kerken zijn recentelijk vrijwel allemaal onder handen genomen en van binnen lieflijk. Je mag er fotograferen en de stedelingen zijn er terecht apentrots op. Deze en de meeste andere steden zijn mooi gelegen en op afstand mooier dan van nabij. In Gerace zijn een half dozijn kerken de moeite van een bezoek waard. De dom op de onderstaande foto heeft een boven en een benedenkerk.  Beneden hebben ze een museum.

 

 

Deze eerste dag was zwaar. De afstand van kust tot kust is nauwelijks meer dan 100 km. Maar onderweg moet je een bergkam passeren, die 1000 meter boven de kustgebieden uitsteekt. Langs de kust en op enkele plaatsen daar tussenin hebben ze ´snelwegen´. Deze lopen van tunnel naar tunnel en van viaduct naar viaduct. De andere wegen moeten het doen zonder deze kunstwerken. Het gevolg is, dat als je een willekeurige weg neemt, het een ijzingwekkende tocht wordt over smalle, steile en bochtige weggetjes. Op de heenweg boften we nog een beetje. We deden het in twee uur. Op de terugweg waren we wat minder gelukkig. Zigzaggend moesten we manoeuvreren tussen stenen en rotsblokken, die onopgeruimd op de weg lagen. We waren vele uren onderweg vrijwel zonder tegenliggers in de mist en de kou. De splinternieuwe auto deed het gelukkig voortreffelijk. We kwamen slechts eenmaal een stuk weg tegen, die we zelfs in de eerste versnelling ternauwernood konden nemen.

 

 

We hadden de hulp van een geleende TomTom. Dat is een kleine computer, een antenne, die als satelliet navigator je voor verdwalen behoedt of je nu te voet, op het water of met de auto bent. Je stopt de stekker in sigarettenaansteker. De eigenaar van de TomTom had de kaart van Italië al in de computer gestopt, zodat we alleen de bestemming hoefden in te typen. Het bleek niet helemaal zo eenvoudig. Er zijn meerdere programma´s. Het kost enige moeite om je weg daarin te vinden. Maar het functioneerde goed. Een vrouwenstem wees de weg, terwijl op het beeldscherm schematisch de weg werd aangegeven. Slechts eenmaal probeerde de computer ons hardnekkig de afgrond in te sturen. Ook kon hij niet goed tegen de warmte, zodat we voortdurend de airco volle kracht op de TomTom moesten zetten. Mensen kunnen gelukkig beter tegen de warmte dan computers.

 

 

Zuid Italië is een ontwikkelgebied wat betreft het toerisme. Sicilië is bekend, maar het gebied tussen Napels en de straat van Messina is nog vrijwel onontgonnen. Het is een totaal ander soort Italië. Spectaculaire landschappen, schier onbewoonbare stadjes en opgravingen van veertig eeuwen bewoning door Grieken en Romeinen zullen ongetwijfeld toeristen gaan trekken. Nu wordt het gebied alleen in de twee zomermaanden bezocht door Italianen, die langs de prachtige stranden alleen maar ijs eten en koffie drinken. Je komt tot je stomme verbazing regelmatig badplaatsen tegen zonder een enkel restaurant. Ons hotel was splinternieuw gelegen in de nabijheid van een badplaats met een strand van enige kilometers en 11.000 inwoners zonder enige behoorlijk eetgelegenheid. Het hotel lag boven op de heuvel. Het was negen kilometer en meer dan een half uur rijden naar het strand.

 

 

We waren de eerste bezoekers van het hotel. Twee Fly-Drive en een bus van Kras met rondreis. De bus zou de volgende dag naar Taormina op Sicilië. We mochten mee. Mijn armen waren wel toe aan een dagje zonder honderden bochten. De stad Taormina is al eeuwen een toeristen bestemming. Het ligt spectaculair in het zicht van de Etna. De rijken kwamen op hun grand tour naar deze plaats op Sicilië om elkaar te ontmoeten en op veilige afstand te genieten van het schitterende uitzicht op de enorme vulkaan. Het is een zon overgoten plaats 100 meter boven de kust. Er is een klein strand. De belangrijkste bezienswaardigheid is het Romeinse amfitheater, dat nog steeds in gebruik is. Je kunt over de hoofden van de toeristen lopen. Het was er halverwege mei tijdens de siësta om te stikken van de warmte. We hadden tot vijf uur de tijd. Alhoewel we uitgebreid zijn gaan lunchen was dat wat veel. De gids had gezamenlijk willen gaan lunchen in een visserplaatsje. De meerderheid van de bus besloot ten onrechte anders...

 

 

Cosenza is een plaats op 150 kilometer afstand. Via de snelweg ben je er zo. Het was niet eenvoudig om een parkeerplaats te vinden in de buurt van het centrum. Het centrum zelf is namelijk nogal ontoegankelijk. Erg geschikt voor het huisvesten van berggeiten e.d. We liepen binnen bij de VVV. Ze waren zo blij met klanten, dat we werden overladen met aandacht en gratis werd ons een prachtig boek over de stad in de handen geduwd. Het is een 'romantische' stad, die schreeuwt om aandacht van restauratiearchitecten. Ze hebben een klooster, een dom, een aantal paleizen en een theater, die tot de puntjes zijn opgeknapt en waarop ze apentrots zijn. Toen we nieuwsgierig om de hoek keken, werden we onmiddellijk door de portier naar binnen getroond om ook het binnenwerk van het theater te bewonderen.

 

 

Badplaatsen en steden in binnenland zijn spectaculair gelegen. Het hoogteverschil tussen de snelweg en de kust enkele kilometers verderop is al gauw enkele honderden meters. Fraai is Scilla. Deze plaats is genoemd naar het zeemonster, dat tweemaal per dag enorme hoeveelheden water op slurpte en weer uitstootte en daardoor de enorme getijstromen in de straat van Messina veroorzaakte. Odysseus kon maar ternauwernood voorkomen opgeslorpt te worden. Een van zijn opvarende werd van boord geplukt en verzwolgen door het zeemonster, dat ook wel eens wat anders wilde nuttigen.

 

 

De hoogteverschillen zijn zo groot, dat het niet verstandig is om te voet van de bovenstad naar het strand en weer terug te lopen. Met de auto zijn we naar beneden gereden, hebben hem geparkeerd aan het strand en zijn onder langs de rots naar de vissershaven gelopen. Je kunt kilometers ver lopen. Overal zie je de boten liggen. Kennelijk kan de zee er behoorlijk spoken. Het bewoonde gedeelte ligt meters boven de zeespiegel. Je hebt er tal van leuke restaurants. Op palen boven het water kun je je tegoed doen aan allerlei soorten vis. We waren er in de ochtend en moesten nog een heel programma volbrengen en lunchten in de hoofdstad Reggio de Calabrië. Dat haalt het niet bij de romantiek van Scilla...

 

 

Het gebied kent een half dozijn spectaculaire badplaatsen. Beroemd zijn Nicotera en Trompea. De eerste moet het vooral hebben van zijn ligging. Van kilometers afstand zie je de stad boven de omgeving uitrijzen. Trompea daarentegen is ook binnen de muren echt een mooie stad. Je kunt werkelijk over de hoofden van de toeristen lopen. Van alle kanten heb je prachtig uitzicht over het omringende land. Aan het prachtige strand bovenop een rots ligt een paleis. Van boven kun je in het glasheldere water de bodem zien. We nuttigden er een voortreffelijk vismaaltijd met champagne. Goed eten is niet vanzelfsprekend in deze landstreek.

 

 

De voorlaatste dag gingen we voor de tweede maal met de groep mee naar Sicilië voor een boottocht naar de vulkanen. Wederom tal van spectaculaire landschappen. We zagen een kleine uitbarsting op de Stromboli, deden een rondrit over het hoofdeiland, lunchten en moesten in grote haast de bezienswaardigheden van de stad op de gevoelige plaat zien vast te leggen. Vanaf afstand is ook deze stad mooier dan van dichtbij. Je moet er niet aan denken, daar een week door te moeten brengen. Op de heenreis hadden we een draagvleugelboot. In principe is dat een snelle wijze van vervoer. In de praktijk valt dat wat tegen. We waren er om kwart voor negen. Om kwart over negen komt de boot binnenvaren. De passagiers worden gelost en de boot vaart weg om te tanken. Een drie kwartier later is hij terug voor de tocht van meer dan een uur naar de eilanden. Op de terugweg namen we de gewone veerpont, die er twee uur over deed. Ongeveer even lang dus inclusief het tanken...

 

 

De laatste dag zouden we om negen uur 's avonds vertrekken van het vliegveld 100 kilometer verderop. We besloten een route te plannen in de nabijheid. Pizzo aan de ene kust en Stilo aan de andere kust werden ons reisdoel. Wederom bleek dat een stevig programma. In Pizzo parkeerden we de auto aan het begin van de stad, liepen ongeveer op het zelfde niveau naar het centrum om vervolgens af te dalen naar het strand. Wim hoopte een even prachtige havenplaats aan te treffen als in Scilla.  Dat viel wat tegen. De klim terug naar boven naar de auto was verschrikkelijk. We begonnen de vakantie met 25 graden en eindigden met 39 graden op deze laatste dag. Het zweet liep ons bij het bereiken van de auto en de reddende airco tappelings van het gezicht.

 

 

Daarna gingen we via een 'oranje' weg naar de andere kust. Oranje wegen zijn beter dan gele wegen. Maar nog steeds moet je je niet teveel voorstellen van de kwaliteit van de weg. We waren uren onderweg door schitterende landschappen. Boven op de berg in de kou (25 graden) lunchten we bij een restaurant langs de weg. Het kostte bijna niets. We waren zeer welkom. We kregen een werkelijk voortreffelijke antipasta. Daarna verder richting eindbestemming Stilo. Een kwartiertje daarvoor reden we door het plaatsje Bernardino. Daar liggen op rij een half dozijn kerken. Van binnen allemaal prachtig en bezienswaardig. Buiten plus 39 graden. We zijn van kerk naar kerk gereden. Hebben de motor en de airco laten lopen, terwijl we ze een voor een binnengingen voor een foto. Stilo was daarna een beetje een anticlimax. Ontzettend mooi gelegen, maar binnen de muren armoe troef...